Onderhoud simpel houden: afnemen, onderzetters gebruiken en bij langdurige regen een hoes. Stylingtip: gebruik een buitenkleed onder de tafelzone; dat maakt het direct ‘interieurwaardig’ en vangt kleine rommel op.

Warm naturel is het meest tijdloos. Voor diepte kun je donkerbruin details toevoegen (onderzetters, schaal). Accentkleuren laat je terugkomen in tafellinnen of kussens (terracotta, olijf, zand). Eén accent is genoeg.

- dining basis: tuintafel + 4–6 tuinstoelen
- schaduw: parasol of schaduwdoek boven de tafelzone
- styling: schaal/blad + glaswerk + servies (rustig palet)
- avond: lantaarns/buitenverlichting met warm licht
- comfort: zitkussens of plaids voor lange avonden

• hoe kies ik de juiste maat tuintafel?
Reken op voldoende ruimte per stoel en loopruimte rondom. Liever iets ruimer voor comfort, zeker als je vaak gasten hebt.

• hoe maak ik het snel gezellig zonder rommel?
Werk met één basis-item (schaal/blad) en 2–3 kleine accenten. Herhaal kleur, niet het aantal items.

• wat is de grootste sfeermaker rond de tafel?
Warm licht. Eén of twee lichtpunten maken je dinerzone direct ‘avondproof’.

• hoe voorkom ik dat het druk wordt?
Beperk je palet tot 2–3 tinten en laat textuur het werk doen (linnenlook, hout, gevlochten).

Je wilt een tafel die dagelijks werkt: snel gezellig, snel opgeruimd. Je houdt van een rustige basis die je met doordachte details optilt, zonder dat het druk wordt.